Gemeenten Langedijk en Heerhugowaard gaan gezamenlijk aan de versterking van de lokale retailgebieden in beide gemeenten werken. Beide gemeenteraden hebben daarvoor in november de Retailvisie Dijk en Waard vastgesteld. Sleutelwoorden voor het toekomstig beleid zijn: clusteren, kwalitatief versterken van bestaande centra, zorgvuldig omgaan met initiatieven en waar nodig transformeren naar maatschappelijke of niet-publieksfuncties. De retailvisie is mede tot stand gekomen met goede inbreng van ondernemers.
De analyse in de visie toont dat Langedijk en Heerhugowaard een te groot winkelaanbod hebben. Met dit overaanbod staan beide gemeenten voor een reductieopgave voor detailhandel. Om deze reductieopgave vorm te geven, moeten er keuzes gemaakt worden. Enerzijds door zeer voorzichtig om te gaan met nieuwe (grootschalige) initiatieven, met name buiten de structuur. Anderzijds door verborgen plancapaciteit op ongewenste plekken op termijn te saneren, mede door de bestemming detailhandel er af te halen wanneer deze mogelijkheid zich voordoet.
Uitvoeringsprogramma: Retailplatform
Het zijn ongekende dynamische tijden voor de retail. Naast de grote veranderingen die er al waren, zorgt de coronacrisis voor nieuwe uitdagingen. Deze zijn niet gemakkelijk op te lossen. Het raakt ondernemers, eigenaren en ook de gemeenten. Dit vraagt van alle partijen een bijdrage. Niets doen is geen optie. In het uitvoeringsprogramma dat onderdeel is van de retailvisie zijn de belangrijkste acties per type winkelgebied opgenomen. Daarbij is steeds aangegeven wie de trekker is van de actie. De gemeente faciliteert en stimuleert de samenwerking waar nodig. Samenwerking tussen alle belanghebbenden in centrumgebieden (ondernemers, eigenaren, inwoners en gemeente) leidt tot sterkere centrumgebieden. Een retailplatform kan de samenwerking in en tussen winkelgebieden versterken, met als uiteindelijk doel te komen tot toekomstbestendige centrumgebieden. Na de vaststelling wil de gemeente snel met de betrokken partijen het uitvoeringsprogramma oppakken. Het traject is mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Holland.